dinsdag 14 mei 2013

De Talenreis: de Soedan

Door Sigrid Lensink-Damen

De Soedan is een regio in Afrika die zich uitstrekt van Mali en Senegal in het westen tot het Ehtiopisch Hoogland in het oosten. De talen die in deze strook van Afrika worden gesproken, zijn voornamelijk de Niger-Congotalen.

Omvang

De Niger-Congotaalfamilie is de grootste van Afrika. Tot deze familie worden ruim 1500 talen gerekend. De Niger-Congotalen worden onderverdeeld in verschillende subfamilies. De grootste subfamilie is die van de Atlantische Congotalen. De grootste subfamilie onder de Atlantische Congotalen is de Volta-Congotaalfamilie. De grootste taalfamilies van deze subgroep zijn de Gurtalen en de Kwatalen. Tot slot schrijf ik nog een klein stukje over de talengroep Kordofaans, die wel tot de Niger-Congotalen wordt gerekend, maar er eigenlijk niet bij hoort. Over de Bantutalen, een van de meest verspreide talengroep van de Congotalen, zal ik in een volgende aflevering meer vertellen.

De taalkundige John Steward heeft in de jaren ’60 en ’70 historisch-vergelijkend taalonderzoek gedaan naar de Volta-Congotalen en vastgesteld dat er eigenlijk sprake is van een dialectcontinuüm. De onderlinge verschillen tussen de taalvariaties zijn gering, maar worden groter naarmate de geografische afstand groter wordt.

Gurtalen

De Gurtalen worden gesproken in Burkino Faso, Mali, Ivoorkust, Ghana en Togo. De taalgroep omvat ongeveer 70 talen. Gurtalen worden gekenmerkt door nominale klassen of naamwoordklassen. Dit is een grammaticale constructie waarbij zelfstandige naamwoorden bij verschillende klassen worden ingedeeld. Vergelijkbaar is de indeling in mannelijk/vrouwelijk/onzijdig in bijvoorbeeld het Nederlands. Alle woorden die verwijzen naar een mannelijk woord (werkwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, bijwoorden en lidwoorden), krijgen de mannelijke vervoegingen, verbuigingen en andere grammaticale kenmerken.
In de Gurtalen is dit principe nog iets verder doorgevoerd. Daarbij kan onderscheid gemaakt worden tussen bezield/onbezield, sterk/zwak, rationeel/irrationeel, de vorm van het voorwerp, enzovoorts. Er zijn tien of meer klassen, die ook gebruikt worden als vervanging van getal en naamval.

Kwatalen

De Kwatalen worden gesproken van Zuidoost-Ivoorkust tot Zuid-Ghana, maar ook in Midden-Togo. Het woord ‘kwa’ is afgeleid van het woord voor ‘mensen’ in die talen.

Kwatalen kenmerken zich door naamwoordklassen, voorvoegsels en klankverschuiving van de (begin)medeklinker (initiële consonantmutatie in vaktermen). Deze medeklinker verandert als gevolg van de klanken die in zijn omgeving staan. De meest voorkomende typen van consonantmutatie zijn lenitie en nasalisatie. Lenitie is het verschijnsel dat een medeklinker zachter wordt uitgesproken, net als bijvoorbeeld de ‘s’ in ‘meisje’. Nasalisatie is het nasaal laten klinken van de klank, bij ons komt de ‘ng’ daar nog het dichtst bij.

Kordofaanse talen

Een uitzondering op al deze taalfamilies is de geïsoleerde taalfamilie Kordofaans. Tot deze familie behoren de subtaalfamilies Talodi, Heiban, Katla, Kadu en Rashad. De Kordofaanse talen vertonen weinig overeenkomsten met de Niger-Congotalen, maar hebben onderling ook weinig samenhang. Zo hebben het Talodi en het Heiban wel de kenmerkende nominale klassen, maar het Katla en Kadu niet. Van de talen van de Rashadfamilie dachten taalwetenschappers eerst dat de nominale klassen bij de taal hoorden, maar nu zijn ze het er algemeen over eens dat die zijn geïmporteerd.

Hieruit blijkt maar weer hoe ingewikkeld het is om talen bij taalfamilies in te delen, vooral als er weinig schriftelijk bewijs is nagelaten.

In de volgende aflevering bespreek ik de belangrijkste taalfamilie onder de Afrikaanse talen: het Bantu.

Bronnen:
De Grote Taalatlas
Afrikaanse talen (Wikipedia)
Kaart met talen van Afrika (door Mutur Zikin)
African languages
Hoeveel talen worden er in Afrika gesproken
Niger-Congotalen (Wikipedia)
Atlantische Congotalen (Wikipedia)
Volta-Congotalen (Wikipedia)
Kordofaanse taalfamilie (Engelstalige Wikipedia)

Geen opmerkingen: